Eindtoets Spelling Ik kan alle moeilijke woorden van 6A en 6B schrijven, géén werkwoorden (v.t., t.t., IMP, VD). Eindtoets Spelling werkwoorden Ik kan alle werkwoorden uit die van mij verwacht worden te kennen in de lagere school vervoegen (v.t., t.t., IMP, VD). Eindtoets Frans Voc Ik ken alle woordjes van het vijfde en zesde leerjaar. Gram mon, ma, mes, … ce, cette, ces, cet du, de la, de l' ... au, aux, à la, à l' ... vervoegen van werkwoorden : aider, aller, s’amuser, s’arrêter, arriver, attendre, avoir, chanter, chercher, comprendre, compter, connaître, courir, devoir, dire, donner, dormir, entendre, être, faire, fermer, se laver, se lever, manger, mettre, montrer, ouvrir, penser, prendre, pouvoir, rentrer, rester, savoir, sortir, tomber, trouver, venir, voir, vouloir Zinnen vervoegen in passé récent. (bijv: Je viens de dormir.) Zinnen vervoegen in futur proche. (bijv: Je vais chanter.) Zinnen vervoegen in passé composé (bijv: J’ai montré.) Uitzonderingen passé composé: aller, avoir, boire, dire, écrire, faire, lire, mettre, prendre, venir, voir. Ontkenning met Ne … pas en ne … plus UITZONDERINGEN : Je ne suis pas un garçon. MAAR Je n’ai pas DE frère. Eindtoets Wiskunde GET BEW CIJF Ik kan Romeinse cijfers omzetten en omgekeerd. Ik kan kommagetallen en eenvoudige breuken optellen en aftrekken. Ik kan een natuurlijk getal met een breuk vermenigvuldigen. Ik kan een breuk met een breuk vermenigvuldigen. Ik kan een breuk door een natuurlijk getal delen. Ik kan breuken omzetten naar kommagetallen. Ik kan breuken omzetten naar procenten. Ik kan cijferend optellen en aftrekken met getallen tot drie cijfers na de komma. Ik kan cijferend vermenigvuldigen met getallen tot drie cijfers na de komma. Ik kan cijferend delen met getallen tot drie cijfers na de komma. Eindtoets METEN METEND REKENEN meten Ik kan vlakke figuren op schaal tekenen. Ik kan de schaal op verschillende manieren voorstellen. (bijv: lijnschaal, breukschaal) Ik kan aan de hand van de schaal de ware grootte van een voorwerp bepalen. Ik ken de maateenheden cm², dm², m², dam², hm², km², ca, a, ha en kan deze gebruiken. Ik kan de oppervlakte van vlakke figuren berekenen door omstructurering. Ik kan de oppervlakte berekenen van ruit, trapezium, regelmatige veelhoek en cirkel. Ik kan volumes meten en noteren met behulp van de maateenheden m³, dm³, cm³, mm³ en cc. Ik weet dat 1 l = 1 dm en 1 ml = 1 cm³ = 1 cc. Ik ken de inhoudsformules voor de balk en kubus en kan deze gebruiken. Ik kan vreemde valuta omzetten naar de onze en omgekeerd met behulp van een tabel. Ik kan hoeken tekenen tot op 1 graad nauwkeurig. Ik kan hoeken meten tot op 1 graad nauwkeurig. Ik weet wat de term “soortelijk gewicht betekent en kan hiermee werken. (1 l water = 1 kg water) metend rekenen Ik weet dat de som van alle hoeken van een driehoek 180° en de som van alle hoeken in een vierhoek 360° is. Ik kan de veelhoeken onderverdelen met criteria in vermand met hoeken en zijden. Ik weet wat regelmatige veelhoeken zijn en kan deze benoemen. Ik kan regelmatige veelhoeken tekenen met behulp van een geodriehoek. Ik weet wat symmetrieassen zijn en kan deze tekenen in vlakke figuren. Ik kan het spiegelbeeld van een figuur tekenenwanneer de figuur en spiegelas zijn gegeven. Ik kan de veelvlakken indelen, hierbij gebruik ik onder andere parallellepipedum, balk en kubus. Ik kan de ontwikkelingen van balk en kubus herkennen en tekenen.